donderdag 20 juni 2013

vak 3 Buddleya en bol esdoorn

Vak 3

buddleya
2 bol esdoorns
Bolesdoorn (Acer platanoides 'Globosum')< Terug naar overzicht Acer platanoides 'Globosum' (Bolesdoorn) is een bekende Bolboom.


In april bloeit deze Bolesdoorn met kleine geelgroene bloemetjes, nog voor het verschijnen van de bladeren.
In principe hoeft u Acer platanoides 'Globosum' niet te snoeien.
Wordt de bol te groot dan kunt u de takken tot kort op de stam terugsnoeien (knotten).
Stamhoogte van de bolesdoorn is circa 220cmmix van campanula portenschlagiana

buddleya
De vlinderstruik (Buddleja) bloeit overvloedig en langdurig. De naam komt door de vele soorten vlinders die worden gelokt door de bloemen. Een vlinderstruik snoeien zorgt dat hij verjongt en ook zo mooi blijft bloeien.




Een vlinderstruik bloeit in de nazomer aan het eind van de jonge scheuten. Hoe meer jonge scheuten, hoe meer bloemen hij maakt. Door de vlinderstuik snoeien verjong je de stuik en blijft hij goed bloeien. Als je de vlinderstruik niet snoeit, veroudert hij snel. Hij bloeit dan minder en wordt kaal binnenin.
De takken van Buddleja kunnen invriezen, snoei hem daarom pas aan het eind van de winter als de kans op overdag vorst voorbij is. Knip de struik terug tot op ongeveer dertig cm boven de grond. Gebruik een snoeizaagje bij een oudere struik.
De vlinderstruik is een snelle groeier en maakt lange scheuten. Knip begin juni de toppen uit deze scheuten. De plant wordt dan steviger, vertakt met meer scheuten en zal aan het eind van elke tak gaan bloeien.
Hij blijft hierdoor wel iets kleiner, de meeste soorten groeien normaal makkelijk uit tot 2,5 a 3 m hoogte, en blijven nu op twee meter steken.
In de nazomer, vanaf augustus, verschijnen de eerste bloempluimen aan het eind van de takken. Meteen onder deze bloemen zitten nieuwe bloemknoppen. Knip dagelijks uitgebloeide bloemen weg, zo stimuleer je dat de plant steeds nieuwe bloemknoppen blijft aanmaken. Ze blijven dan bloeien tot in oktober.
Dus wanneer moet je de vinderstruik snoeien? Je vindt het onderstaand schema.
Maart: snoeien tot op ca 30cm boven de grond,
Juni: toppen van de nieuwe jonge scheuten
Augustus- oktober: wegknippen van uitgebloeide bloemscheuten voor een lange bloei.

Dit artikel heeft de tags: Heesters / Vlinders
Campanula rapunculoides (akkerklokje)

Namen

Nederlands: Akkerklokje
Frysk: Fjildklokje
English: Creeping Bellflower (June Bell, Rampion Bellflower, Rapion Bellflower, Rover Bellflower)
Français: Campanule fausse raiponce
Deutsch: Ausläufertreibende Glockenblume
Wetenschappelijk: Campanula rapunculoides
Familie: Klokjesfamilie, Campanulaceae
Geslacht: Campanula, Klokje
Naamgeving: Campanula betekent "klokje", naar de vorm van de bloem. Rapunculoides betekent "rapunzelachtig". Rapunculus betekent "raapje", naar de vorm van de wortels.Beschrijving
Afmeting: 50 cm tot 1,2 meter.
Levensduur: Overblijvend. Hemikryptofyt (winterknoppen op of iets onder de grond).
Bloeimaanden: Juni, juli en augustus.
Wortels: Een penwortel met ondergrondse uitlopers. De penwortel is soms wat vlezig.
Stengels: De stengel is stompkantig, vrij dun, onvertakt en meestal niet hoger dan 70 cm. De stengel is meestal weinig en kort, ruw behaard. De plant groeit soms in grote groepen.

Bladeren: Bij de bloei zijn de rozetbladen aan de stengelvoet verdwenen (wel aan de top van de uitlopers). Evenals de onderste stengelbladen zijn ze lang gesteeld met een hartvormige voet, eirond met meestal een spitse top, met een gezaagde tot dubbel gezaagde rand en een lange steel. De hogere stengelbladen zijn smaller (lancetvormig-eirond), minder diep gezaagd en kort gesteeld tot vrijwel zittend. Alle bladen zijn weinig behaard.

Bloemen: Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De blauwviolette, knikkende, trechtervormige, 2 tot 3 cm grote bloemen staan in een lange naar één kant gekeerde, aarvormige tros, die vaak ongeveer de helft van de hoogte van de plant inneemt. De bloemen groeien in de oksels van kleine schutbladen. De afstaande tot teruggeslagen kelkslippen (kelktanden) zijn driehoekig-lancetvormig en veel korter dan de kroon. De kroonslippen zijn meestal gewimperd (aan de rand).

Vruchten: Een doosvrucht. De knikkende, kort behaarde vrucht opent zich met gaatjes nabij de voet (strooigaatjes waar de zaden door vrijkomen). De zaden zijn zeer kort levend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

erynginum maritimum ( blauwe zeedistel )


De blauwe zeedistel (Eryngium maritimum) is een vaste plant uit de schermbloemenfamilie (Umbelliferae of Apiaceae). Het is een beschermde soort. De plant komt van nature voor in Europa. De plant is vrij algemeen in de kuststreek en zeer zeldzaam op de Zeeuwse Eilanden en langs het IJsselmeer.

De blauwgroene, naar boven toe blauwaangelopen plant wordt 30-60 cm hoog. De bladeren zijn grijsgroen en voorzien van een waslaagje. Het blad is stekelig getand. De ronde wortelbladeren zijn drie- tot vijflobbig.

De blauwe zeedistel bloeit van juni tot augustus met blauwachtige of witte bloemen, die in hoofdjes zitten. Per plant komen een tot vier hoofdjes voor. Het omwindsel bestaat uit schutbladen die drie lange tanden hebben. De kelkbladen zijn 4-5 mm lang en langer dan de kroonbladen. De helmdraden zijn diepblauw.

De vrucht is een tweedelige, 5-7 mm lange splitvrucht met eenzadige dopvruchtjes. De vruchten zijn bedekt met smalle, spitse schubben.

Toepassingen De jonge scheuten zijn eetbaar. De wortel werd en wordt voor medicinale doeleinden gebruikt. De wortel is ook gebruikt als een afrodisiacum.

Namen in andere talen[
Duits: Strand-Mandstro

Engels: Sea holly
Frans: Panicaut maritime

Salvia Nemerosa (bossalie)
Salvia nemorosa 'Mainacht'


de spitse bloemaartjes van deze krachtig roodpaarse salie doet het goed in de border, maar ook aan de voet van bijvoorbeeld een boom of in buxusvakken. Bloeit als je de stengels tijdig terugknipt lekker lang door en in de meeste gevallen kun je rekenen op een tweede bloei.
Hoogte: tot 50 cm
Kleur: roodpaars
Bloei: 6-9
Zeer goed winterharde vaste plant (HP)
Trekt bijen en vlinders
Zaaien:

Kiemtemperatuur 20°C Celsius. Maart-april in potten in koude bak. Kiemt langzaam. Plantjes als ze voldoende ontwikkeld zijn uitplanten in de tuin. Meestal volgt als je tijdig zaait in het jaar van zaaien al een bescheiden bloei.
Ter plekke zaai je vanaf juli tot oktober.
Nederlandse naam: bossalie


polemonium reptans "Bleu pearl "Jacobsladder
Jacobsladder is een geslacht met ongeveer 50 soorten kruidachtige overblijvende en eenjarige planten. Het zijn winterharde en eenvoudig te kweken planten voor een border of rotstuin, met kom- of schotelvormige bloemen in diverse tinten blauw of purper. De tere, geveerde bladeren bestaan uit langwerpige tot eivormige blaadjes. De meeste vasteplantensoorten zijn geheel winterhard en eenvoudig te telen in vochtige, goed doorlatende grond in zon of halfschaduw. Eenjarigen uit zaad vermeerderen. De vaste planten uit zaad, uit stek van jonge scheuten of door deling. Sommige soorten zaaien zichzelf onbekommerd uit.


  Centaurea Montana (bergkorenbloem)

Voor de tuin zijn er vaste-plant-korenbloemen. Wil je in de blauwe tint blijven, dan is Centaurea montana het meest geschikt.

Deze bergkorenbloem wordt ongeveer 50 cm hoog. Ieder jaar komt deze korenbloem trouw terug. Alleen niet altijd op dezelfde plaats als waar is geplant. De soort heeft de neiging zichzelf uit te zaaien en door worteluitlopers z'n eigen plekje te veroveren. De jonge planten zijn goed te verplanten. Aan het einde van het bloeiseizoen, dat in april - mei valt, wordt de plant wel eens aangetast door meeldauw. Daarom is het goed om na de bloei de plant terug te knippen. Nieuw blad vormt zich dan met weinig last van meeldauw. Het blad van de montana is aan beide zijden spinnenwebachtig behaard.

Geranium "Johnson Bleu" ook wel ooievaarsbek

Algemene informatie


Deze geranium heeft een bossige groei en wordt ongeveer 50-60 cm hoog. De plant is een goede borderplant en kan ook als bodembedekker gebruikt worden.

Johnsons Blue bloeit langdurig met prachtig blauwe bloemen, die veel bijen en hommels aantrekken. Als je de plant als bodembedekker aanplant, heb je ongeveer 6 tot 9 planten per vierkante meter nodig.

Standplaats geranium Johnsons BlueJohnsons Blue staat graag op een zonnige plek, maar kan eventueel ook in halfschaduw staan. De grond moet niet te droog zijn, verder houdt deze geranium van luchtige, goed bemeste tuingrond.

Bloei en blad

Johnsons Blue bloeit langdurig, met veel bloemen van mei t/m juli. De bloemen zijn mooi blauw van kleur en worden ongeveer 5 cm groot. De bloemen trekken veel hommels en bijen.

Het blad is groen van kleur en diep ingesneden. Na de bloei kan de plant flink teruggeknipt worden. Hij zal dan weer opnieuw uit gaan lopen en mooi jong en frisgroen blad krijgen. Ook zal er hier en daar weer een verdwaalde bloem aan de plant komen.

Vermeerderen

Johnsons Blue vormt wortelstekken, verder kan de plant gedeeld worden.







Onderhoud van dit vak  :
  • wieden
  • uitgebloeide bloemen wegknippen .en op de composthoop gooien.
  • onkruid wieden
  • altijd in maart bij ieder plantje een handje mest .
  • vogelhuis controleren ,schoonmaken en in de winter voederen.
  • korenbloemen :uitgebloeide bloemen drogen en de zaadjes bewaren .
  • Zeedistel uitgebloeide bloeien wegknippen .
  • Bloemen mogen in vaas  in de groep.
  • hekje repareren of opnieuw vlechten