zaterdag 22 juni 2013

vak 18 de lange border

aanwezig klimop ofwel hedera 
ribes nigrum (zwarte bes)
 zwarte bessen
Zwarte bessen struiken zijn sterke groeiers die weinig eisen stellen, ze groeien op alle grondsoorten. Voor een goede rijping van de bessen hebben de planten direct zonlicht nodig. Zelf merk ik aan struiken in die in de schaduw staan dat de bessen ook wel rijpen, alleen duurt het iets langer. Regelmatig een mulchlaag rond de planten aanbrengen bevordert een gezonde groei.
Voor een goede opbrengst, en de productie van mooie bessen is een goede bestuiving van groot belang.
De zwarte bes is voor de bestuiving afhankelijk van insecten. De plaatsing van bijenkasten in de buurt van de zwarte bessen kan voor een aanzienlijk hogere opbrengst zorgen.

Snoei van zwarte bessen
Bij de snoei van de zwartebessen struik kunnen het beste worden gesnoeid direct na de oogst of in de winter. De gesnoeide struiken hebben geen last van vorstschade bij wintersnoei. Het doel van de snoei is het zoveel mogelijk aanhouden van jonge (één- en tweejarige takken). Het oude hout, en slecht gevormde of slecht uitziende takken steeds wegsnoeien.


leihandpeer zelfbestuivend
De Leipeer Conference is een zelfbestuivende perensoort en een goede bestuiver voor andere perenrassen. Deze leihandpeer geeft volop heerlijke vruchten.


Rubus laciniathus "oregon evergreen "( braam doornloos)
De snoei van (klein) fruit is erop gericht de productie van bloemen en vruchten te stimuleren en om de plant in toom te houden. In de vrije natuur zonder snoeien dragen ze jaarlijks vrucht maar minder, en zeker een plant als een braam wordt een tomeloze bende.
Om goed te kunnen snoeien is het nodig de groeiwijze en vruchtzetting van een plant te kennen. Bij een braam groeien de bloemen en vruchten op zijtakjes op hout dat het voorgaande jaar ontstaan is. Een braam vorm jaarlijks jonge scheuten die het daarop volgende jaar vrucht zullen geven. De scheuten die vrucht gedragen hebben zijn minder productief.
De snoei is daarmee vrij eenvoudig. Na de oogst of uiterlijk in de late winter/voorjaar worden alle stengels die vrucht gedragen hebben tot de grond toe weggehaald. Aan het einde van de winter zijn oude scheuten meestal goed te herkennen, ze zijn bruin en hebben vaak nog de resten van bloemen en vruchten zichtbaar. Knip de oude scheuten 1 op 1 weg met jonge scheuten, als er te weinig nieuwe scheuten zijn kunt u oudere behouden, knip dan alle zijtakken op 1 a 2 knoppen terug.
Na de vorst, vorstschade wegknippen en alle scheuten iets inkorten.
Tijdens het seizoen de jonge scheuten aanbinden. Scheuten die in de loop van het seizoen te lang worden kunnen getopt worden en aan het einde van het seizoen worden alle scheuten getopt. Horizontale groei bevordert de vorming van vruchten.
Er groeien dus altijd oude vruchtdragende scheuten en jonge scheuten door elkaar. In het voorjaar bij de snoei worden de oude scheuten weggehaald. Bij een doornloze braam is het niet zo een probleem als de scheuten door elkaar groeien en de oude scheuten (voorzichtig) tussen de nieuwe worden weggeknipt. In het geval van een braam met doornen is het een wat minder plezierig karwij
Wanneer u nu het ene jaar de takken linksom aanbindt en het jaar daarop de takken rechtsom, dan zitten de vruchtdragende scheuten en de nieuwe scheuten elkaar niet in de weg. Een ander mogelijkheid is om het ene jaar de takken laag aan te binden en het andere jaar hoog. En andere manier is het plaatsen van twee rijen draden waartussen de plant groeit. Het ene jaar worden de scheuten naar voren aangebonden, het andere jaar naar achter.
leikers
Leifruit is een makkelijke manier om veel fruit te krijgen van een kleine ruimte. De snoei van een leiboom is ook makkelijker dan van een gewone fruitboom, maar moet goed uitgevoerd worden. Als dit niet gebeurd zal de boom weer uitgroeien tot een normale struik.

Wanneer snoei je fruitbomen?

Alle fruitbomen kunt u snoeien van November tot Februari, met uitzondering van kersen- en pruimenbomen. Doordat deze planten kunnen bloeden, en de kans op vorstschade daarmee groter is, kunnen deze bomen het best gesnoeit worden na de pluk.
Leifruitbomen snoeien kan in drie, makkelijke stappen die ik hieronder uit zal leggen. Deze drie stappen passen allemaal bij een soort tak die makkelijk te herkennen is, hieronder ziet u een simpel diagram waarop u de verschillende takken kunt herkennen.
Diagram van snoei leifruitboom. Stap 1: blauw. Stap 2: rood. Stap 3: groen. X = afsnoeien,  = ombuigen.

Stap 1: De stam afsnoeien

Verweg het makkelijkste van de snoei is ook meteen het begin. Op het moment dat u de leiboom hoog genoeg vind kunt u de stam (blauw aangegeven in het diagram) afsnoeien. Door de boom "te toppen" stimuleert u de boom om zijtakken te vormen.

Stap 2: De gesteltakken buigen of snoeien

De gesteltakken vormen de basis van de boom en zijn in het diagram aangegeven in het rood. Snoei deze gesteltakken af op het punt waar u ze lang genoeg vind. Wij houden zelf 1 meter aan, iets korter of langer mag ook. Nieuwe takken vanaf de stam kunt u, zoals bovenaan het diagram aangegeven, vastbinden aan het rek zodat ze parallel lopen aan de al bestaande takken. Zorg er voor dat er iedere maximaal 10cm. een gesteltak is, iets meer ruimte tussen de takken is beter. Als er aan de stam een nieuwe tak wordt gevormd, en u heeft op die plek al twee gesteltakken. Dan kunt u een oude tak verwijderen en vervangen met de nieuwe, of de nieuwe verwijderen en de oude takken laten zitten.
Als een tak niet meer te buigen is, bijvoorbeeld omdat ze in de tegenovergestelde richting van het leirek groeien, kunt u de tak in zijn geheel wegsnoeien. Dit is in dit diagram niet heel duidelijk aangegeven, bij het kruis (staat voor wegsnoeien) ziet u een cirkel. Deze staat voor een tak die de richting van de kijker oploopt: tegenovergesteld van de groeirichting van het leirek. Deze gesteltakken buigen en binden aan het rek kan erg goed met bijv. flexibel boombuis (soort rubberen draden). Ijzerdraad is uit den boze.

Stap 3: Sporen en waterloten

Deze laatste stap is ook meteen de belangrijkste. Aan de gesteltakken vormen twee soorten takken, die voor sommige mensen vrij moeilijk te herkennen zijn en een totaal andere functie hebben.
De eerste soort tak is het waterlot, een waterlot is een lange rechte tak naar boven waar de boom zijn energie op kwijt wil. Deze takken zijn dun en lang, en hebben vaak weinig knoppen. Deze takken mogen in hun geheel verwijderd worden (in het diagram aangegeven met een kruis).
De andere soort tak is erg belangrijk. De sporen, zoals deze takken heten, vormen het hout waar de boom volgend jaar zijn vrucht op gaat dragen. Deze takken zijn zeer kort (5 tot 10cm. lang) en zijn vaak sterk vertakt. De kleine takjes zijn iets dikker en hebben meer knoppen. Deze sporen kunnen ook voorkomen op de stam, en moet je natuurlijk laten zitten.
Links: sporen op een Morel-kers met bloemknoppen, Rechts: het afsnoeien van waterloten.

Ribes "Red lake "( rode aalbes )
In het voorjaar kun je de struiken snoeien op vier tot vijf scheuten en deze mag je dan ook nog eens halveren. Breng in het voorjaar wat extra voedsel rond de struiken aan onder de vorm van bv een laag compost. Door compost door de grond te mengen zal de bodem ineens ook het vocht beter weten vast te houden en ook daar houden aalbessenstruiken van. Daarna heb je aan deze struiken niet veel werk meer 
Ribes uva-crispa "early Julpur "(kruisbes groen )

Mesten

In het voorjaar heeft de struik wat mest nodig maar zeker niet veel. Matig bemesten dus met bijvoorbeeld een handje gedroogde koemest per struik.

Snoeien

De kruisbes kun je in juli tot september direct na de oogst snoeien. Het beste is om de kruisbessenstruik in februari of maart te snoeien voordat de struik weer gaat uitlopen. Het is belangrijk om zo te snoeien dat je een verticaal groeiende struik krijgt met tussen de 5 en 8 takken. Zo krijg je grote gezonde kruisbessen. Knip takken weg die naar beneden hangen of elkaar kruisen. Het doel is een open struik zodat er lucht en licht binnenin komt. Hiermee voorkom je ziektes in de plant.
Vitis Boskoops Glory ( blauwe druif)
Vitis Boskoop Glory is één van de beste blauwe druivenrassen voor het Belgische klimaat. Het is een vrij snelle groeier met ranken tot 7 meter. Boskoop Glory heeft grote, lichtgroene bladeren en is goed winterhard.
De wijnstok bloeit met bescheiden groene bloempjes die druk door bijen bezocht worden. In de loop van de zomer en herfst rijpen de trossen met matig grote, donkerblauwe vruchten.

Herfstkleuren
Sierdruiven worden gekweekt omwille van de herfstkleuren. Twijgen en ranken van Vitis coignetiae zijn roestig viltig, net als de onderkant van het blad. Het blad verkleurt naar donker purperrood.
De Wingerd, Parthenocissus tricuspidata, is verwant aan de druif. Hij klimt tot 20 m hoog.
Het herfstblad verkleurt paarsrood.
 
Enkele praktische tips voor het gebruik:Boskoop Glory verkiest een zuidgevel, daar rijpen de vruchten het best. Druiven hebben kalk nodig, die neemt de plant op uit de muur.
Voor planten die tegen een muur staan, is een groot plantgat het beste omwille van de minder goede grond. Het gat opvullen met een mengsel van compost, turfmolm en oude koemest. Druiven in de tuin of een kas hebben geen groot plantgat nodig.
Wijnstokken laten zich als jonge plant goed leiden langs gespannen draden. De draaiende klimranken zorgen zelf voor houvast.
Wie veel druiven wil moet nauwkeurig snoeien, na november en voor de sapstroom op gang komt. De vruchten groeien aan de zijtakjes van scheuten van het vorige jaar. Elk jaar kweekt men een etage bij, zo draagt de wijnstok ook onderaan blad en vangt maximaal licht.

Corrylus avellana (hazelaar )

Vitis "witte van der laan "(witte druif ")
Openluchtdruiven best telen aan een zuidenmuur of een oostenmuur. Dit kan d.m.v. draden ofwel aan een vrijstaand latwerk. Een afscheidingsdraad met grote gazen is ook heel goed geschikt om druiven te laten groeien. Men kan ook 3 grote palen in de grond kloppen, in de vorm van een driehoek, op een onderlinge afstand van ongeveer 1 à 1.5 meter. Hieraan kan men een grofmazige afsluitingsdraad vastmaken. Hier kan men dan één, twee of drie druivelaars aan planten.

De meest gemakkelijkste teeltwijze in openlucht is als een horizontale snoer. Hiervoor kan men de druivelaars op ongeveer 2-3 meter van elkaar planten. Elke druivelaar voorziet men van een steunstok zodat hij mooi verticaal kan groeien. Na enkele jaren wordt een stevige zijtak bijna horizontaal uitgebogen. Iets boven het horizontale is best. Dit kan reeds op de hoogte van 1 meter, maar het kan ook boven een raam of deuropening gebeuren op bijv. 2 meter hoogte.

Vermeerderen: door stekken

Ribes uva crispy "Winhams Industry" (kruisbes rood )
Rode kruisbes, Struik: krachtige opgaande groeier, Rijptijd: half juli, Standplaats: zon/halfschaduw, Uiterlijk: groot, donker paarsrood.Ribes "witte hollander ( witte aalbes)
De aalbes Ribes rubrum ‘Witte Hollander’ heeft de grootste productie en de lekkerste smaak van alle witte aalbessen. De bessen zijn in juni-juli rijp. Omdat de bessen wit zijn, zien de vogels de bessen niet zo snel. Een net tegen snoepende vogels is dus niet nodig. Ondanks dat de bloei van de struik onopvallend is, is ‘Witte Hollander’ ook wanneer er geen bessen aanzitten, een aantrekkelijke struik.
Er vallen een heleboel bessenstruiken onder Ribes. Er zijn kruisingen die heel mooie bloemen hebben, maar ook de eetbare soorten vallen onder dit geslacht. Zo is daar de aalbes, zwarte bes en kruisbes. En wat zijn ze lekker, die aalbessen. Je kunt ze eten in vlaai, als jam, met slagroom. Echte zomerbessen. Wanneer je een haag bezit met verschillende rassen, dan kun jeeen heel lange periode bessen plukken en eten.
Onder Ribes rubrum vallen niet alleen rode bessen, maar ook witte bessen. Witte aalbessen als ‘Witte parel’ en ‘Blanka’ zijn lekker zoet en hebben weinig last van vogelvraat.
Aalbes kan als haag, op stam en in kuip geplant worden.

Algemeen onderhoud

Zet een aalbesstruik in de volle zon, zodat de bessen goed rijp kunnen worden. De struiken houden niet erg van kalk. Zet ze het liefst in voldoende vochthoudende grond, op een beschutte plek. Bemest ieder najaar met organische stalmest. Voor de bloei en tijdens de vruchtzetting nog een beetje kunstmest komt de struik ten goede. Snoeien beïnvloedt de hoeveelheid en grootte van de bessen en de regelmatigheid van oogsten. In het vroege voorjaar kun je de struik snoeien. Om het struikje mooi compact te houden kun je uitgebloeide takken snoeien tot op een gezond zijtakje. Na het planten worden (als het tenminste niet vriest) de scheuten teruggenomen tot zo'n 25 centimeter. Aan het eind van het eerste jaar worden de scheuten gehalveerd. De volgende jaren snoei je tot op de gewenste hoogte. Je kunt 'Witte Hollander' snoeien, ook in een haagvorm
Leimorel
Lei-Morel (Prunus cerasifera 'Morel')
Prunus cerasifera 'Morel' (zure kers) is een zelfbestuivende!, zure kers tamelijk groot en donkerrood.
De pluktijd is vanaf begin augustus
Leihandappel zelfbestuivend

Malus domestica 'Elstar'

De malus ‘Elstar’ is een middelgrote eetappel, met een mooie rode blos aan zonnezijde.
Het vruchtvlees is romig wit , stevig, saprijk en zachtzuur van smaak.
De ‘Elstar’ is plukrijp rond midden september begin Oktober. De appels kunnen bij goede zorgen nog flink wat maanden bewaard worden, tot ongeveer Maart – April. 
De appel heeft een groeiplaats in de zon nodig en is zelf bestuivend.
Naam:Malus domestica ´Elstar´
Bloeitijd:  Maart, April, Mei
Bloemkleur:   Wit tot lichtroze, de knoppen zijn donkerroze
Bladeren: Licht tot zeer donkergroen bladeren, glanzend
Pluktijd:Midden september tot begin oktober  
Vruchtgrootte:   Middelgroot
Vruchtkleur:Geel met een rode blos aan de zonnezijde
Smaak:  Zachtzuur

Sambucus nigra

Blad en bloei

Het blad van Zwarte Vlier is paars/ donkerbruin tegen zwart aan. In de winter laat de Zwarte Vlier zijn blad vallen.

In mei en juni staat de struik volop in bloei met wit/ roze bloemen in schermen. De bloemen steken prachtig af tegen het donkere blad.
Bijen en vlinders vinden de bloemen erg aantrekkelijk.
Na de bloei komen er paars/ zwarte bessen aan de struik. De bessen zijn eetbaar en zijn goed geschikt om er wijn van te maken.

Snoei


Sambucus Nigra ‘Black Beauty’ hoeft niet gesnoeid te worden. Als je de struik zijn gang laat gaan kan het tot 4 meter hoog worden. Wil jeverjonging van een oude struik toepassen, dan kun je in de winter of na de bloei de struik terug zagen tot ongeveer 40 cm boven de grond.



leipruim
Leipruim Opal

Leipruim Opal

De Leipruim Opal is een veelverkochte pruimenboom. De leipruim Opal is zelfbestuivend en een goede bestuiver voor veel pruimenrassen.